Rapport (09-02-2012) Arbeidsinspectie: onafhankelijkheid Certificerende Instellingen bij periodieke liftkeuringen

Onafhankelijk? Waarvan?                                              

In het eergisteren, door de Arbeidsinspectie gepubliceerde rapport, is met veel woorden omschreven over afhankelijkheid van Certificerende Instellingen (C.I.) van liftonderhoudsbedrijven. Het belangrijkste vraagstuk wordt over het hoofd gezien. Wie heeft er last van? De lifteigenaar. De lifteigenaar is verantwoordelijk dat zijn lift wordt gekeurd. Omdat de opdrachtgever/lifteigenaar wil worden ‘ontzorgd’ draagt hij deze verantwoordelijkheid graag over aan het liftbedrijf. De lifteigenaar wordt nog meer afhankelijk van het onderhoudsbedrijf. Daardoor wordt de macht van het liftbedrijf versterkt.

Wie betaalt bepaalt?

Wanneer het liftonderhoudsbedrijf, afhankelijk van het onderhoudscontract meer afkeuringspunten heeft op het rapport dan is dit gunstig voor het onderhoudsbedrijf. Dan kunnen ze een grotere offerte sturen voor reparaties. Het onderhoudsbedrijf heeft een belang bij de uitkomst van het keuringsrapport. Als de C.I. in grote mate afhankelijk is van de liftbedrijven zullen ze klantgericht gaan werken. De klant is hier dan het liftbedrijf. Terwijl de klant principieel de lifteigenaar zou moeten zijn omdat die verantwoordelijk is. Het is voor te stellen dat een goedkeuring onder druk wordt afgedwongen voor een tijdige oplevering van een liftrenovatie. Het rapport geeft geen beeld van machtsverhoudingen in de liftenwereld.

Het is niet onbelangrijk dat regels door de overheid worden opgesteld, maar wie heeft de touwtjes werkelijk in handen? De lifteigenaar kan dit hebben als die verantwoordelijk neemt voor een veilige lift. De lifteigenaar zou liftkeuringen niet in het onderhoudscontract moeten accepteren. Dan is het hele rapport niet nodig en regels hebben groter draagvlak. De C.I.’s die contracten hebben met de liftonderhoudsbedrijven zullen dan zelf naar de markt moeten. Voor de C.I. is het eenvoudigst om een groot contract af te sluiten met een liftonderhoudsbedrijf om omzet te maken. Het gaat in alle gevallen om economische belangen om te leveren aan onderhoudsbedrijven. Dan is er geen relatieonderhoud met de individuele lifteigenaar nodig en kan men tegen zeer lage prijzen keuringen aanbieden.

Nieuwbouwkeuringen

De opdrachtgever van de keuring heeft invloed op de inhoud van de keuring bij nieuwbouw van een lift. Daar is de liftinstallateur (vaak ook het onderhoudsbedrijf) bijna altijd opdrachtgever of doet het zelf als de organisatie daartoe is gecertificeerd. En het is een geweldig marketingmodel voor C.I.’s om nieuwbouwkeuringen te mogen doen. Dan is het contactadres van de lifteigenaar direct bekend. De eenvoudigste marketingcampagne voor de periodieke keuringen, die tot wel 30 keuringen na de bouw kan oplopen. Heeft de C.I.  geen adres en contactpersoon dan is de kans dat hij die nieuwe lift in de toekomst kan keuren zeer klein. Dus als de C.I. de nieuwbouwkeuring heeft gedaan dan is zij bij de nieuwe eigenaar door het certificaat van goedkeuring bekend.

Economisch belang

Het draait om economische belangen voor C.I.’s om via het liftbedrijf de keuringen te verrichten. Volgens het rapport lijkt afhankelijkheid van één opdrachtgever de belangrijkste factor. Daar gaat het in essentie niet om. En als bedrijven zeggen dat afhankelijkheid van één opdrachtgever niet aan de orde is omdat het een groot concern is, waarom doen ze die keuringen dan? Het gaat dus om economisch belang.

Hoe het er in de liftenwereld werkelijk aan toe gaat, lees je in het recent uitgebrachte boek: MVO – Maatschappelijk Verantwoord Opgelicht. Schrijf op de website gratis in om hoofdstuk 2: Macht in de liftenwereld te downloaden.

Geeft hieronder je mening  en vorm ook een heldere visie.

Bij voorbaat dank, met vriendelijke groet, Péron van Stralen